Redenen van de toekenning van de Spaanprijs aan Samuel Lee
Tekst van de toespraak door mr. Jan-Willem Wits
Het Nederlandse kerkelijke landschap is in rap tempo radicaal aan het verkleuren. Het aantal christenen met een migratieachtergrond is inmiddels min of meer gelijk aan het aantal moslims in ons land, namelijk zo’n 900.000 mensen. Juist in de meest geseculariseerde delen van Nederland, de stedelijke gebieden in de Randstad, zijn de kerken met een kleurtje de meest vitale christelijke geloofsgemeenschappen. Het zijn kerken met jong en oud, een breed scala aan activiteiten – ook door de week – en een enorme onderlinge betrokkenheid.
Die verkleuring van het kerkelijke landschap zie je nog niet terug in de beeldbepalers van christelijk Nederland. Buitenlandse priesters in de katholieke Kerk beginnen tot het middenkader door te dringen. Maar het episcopaat bestaat nog volledig uit witte mannen. Ook een vergadering van de synode van de PKN, het tweede kerkgenootschap in ons land, levert een vrijwel volledig wit beeld op. Diversiteit bestaat daar wel, maar blijft vooral beperkt tot mannen en vrouwen. Van culturele diversiteit is nauwelijks sprake.
De blinde vlek van de traditionele kerken voor het groeiend aantal christenen met een migratieachtergrond wordt ook zichtbaar in de beperkte gevoeligheid voor maatschappelijke thema’s die migranten raken, zoals racisme en uitsluiting. Waar Amerikaanse kerkleiders in de voorste gelederen liepen bij de Black Lives Matter-demonstraties, was het aantal witte voorgangers bij een demonstratie in de Bijlmer op één hand te tellen.
Ook de vaak beroerde situatie waarin arbeidsmigranten wonen en werken, krijgt nauwelijks kerkelijke aandacht. Waarom komen de Nederlandse bisschoppen bijvoorbeeld niet op voor de Poolse arbeidsmigranten, toch bij uitstek een katholieke bevolkingsgroep?
Dat in Nederland het christendom niet langer een exclusieve aangelegenheid is van witte kerken met eeuwenoude wortels lijkt binnen de traditionele kerken eerder voor ongemak dan voor blijdschap te zorgen. Natuurlijk wordt in officiële kerkelijke documenten vroom gesproken over het belang van samenwerking en dialoog. Maar in de praktijk blijkt het interculturele huwelijk binnen christelijk Nederland nog steeds kwetsbaar en weerbarstig. Op zijn best is er sprake van wat voorzichtige first dates, zonder uitzicht op vaste verkering.
In een artikelenserie van het dagblad Trouw onder de titel ‘De kerk krijgt kleur’ uit 2019 kwamen de pijnpunten voorbij. Migrantenkerken houden vast aan hun culturele wortels, ook in taal en gebruiken. Migrantenkerken zijn conservatiever, onder meer in hun denken over homoseksualiteit of de vrouw in het ambt. Migrantenkerken vinden in zakelijk opzicht juist dat de ‘autochtone’ kerken soepeler moeten zijn, bijvoorbeeld door een lagere huur voor een kerkgebouw te rekenen. De relatie tussen de oorspronkelijke Nederlandse kerken en de christelijke nieuwkomers laat zich kortom vooral samenvatten als “wij” en “zij”.
De jury van de Spaanprijs ziet hem als een bijzondere bruggenbouwer, een pontifex. Hij weet bruggen te slaan tussen christenen met een migratieachtergrond en christenen met klei aan hun klompen, maar ook tussen de verschillende geloofsgemeenschappen in ons land.
Een van de weinige verspieders van het Beloofde Land waarin oude en nieuwe Nederlandse christenen samen optrekken, is Samuel Lee. De jury van de Spaanprijs ziet hem als een bijzondere bruggenbouwer, een pontifex. Hij weet bruggen te slaan tussen christenen met een migratieachtergrond en christenen met klei aan hun klompen, maar ook tussen de verschillende geloofsgemeenschappen in ons land.
Zelf zei hij daarover in een interview met de EO: “Ik probeer zo veel mogelijk mensen te bereiken door één te zijn met hen. Als ik in mijn Pinksterkerk sta, schreeuw ik en zweet ik. Maar als ik voor een groep gereformeerden spreek, ben ik een bedaarde spreker. Het gaat zelfs zo ver dat ik, in gesprek met mensen, hun accent overneem.”
Op de vraag van Trouw of hij ook iets te zeggen had aan niet-gelovigen, antwoordde Samuel: “ik ben in hen meer geïnteresseerd dan in gelovigen. Ze kunnen een spiegel zijn voor gelovigen waar we van kunnen leren. Ze kunnen ons vertellen wat wij fout doen, waar wij tekortschieten in medemenselijkheid. Als je in je eigen bubbel zit, zie je je eigen fouten niet.”
De missie van Samuel Lee om bruggen te bouwen is niet alleen bedoeld voor binnenkerkelijk gebruik. Hij maakt zich ook zorgen over de polarisatie en de verharding binnen de Nederlandse samenleving, met mensen die naast of zelfs tegenover elkaar staan. Daarbij benadrukt Lee dat het christelijke geloof pas maatschappelijk relevant wordt door op te roepen tot sociale gerechtigheid. In een interview met Open Deur zegt Samuel Lee: “Humaniteit is de werkelijke religie van God, is de natuurlijke religie. Jezus wil het geloof terugbrengen tot humaniteit… Op dit punt moet de kerk wakker worden.”
De Spaanprijs, die sinds 1972 iedere twee jaar wordt uitgereikt ter herinnering aan oud-journalist en voormalig verzetsstrijder Jan Spaan, heeft als specifieke insteek om iemand te eren die “op opmerkelijke wijze een artistieke of publicitaire bijdrage aan het Bijbelse, geestelijke of kerkelijke leven in Nederland heeft geleverd”. De jury zag met name in de manier waarop Samuel Lee zijn status als Theoloog des Vaderlands invulling gaf een uitstekende reden om hem deze prijs toe te kennen. Hij gebruikte deze eretitel niet alleen om aandacht te vragen voor de positie van migrantenkerken maar ook om zich uit te spreken over maatschappelijke ontwikkelingen en getuigenis af te leggen van een bezield, verbindend en aanstekelijk christelijk geloof.
Op de vraag van Trouw of hij ook iets te zeggen had aan niet-gelovigen, antwoordde Samuel: “Als Theoloog des Vaderlands ben ik in hen meer geïnteresseerd dan in gelovigen. Ze kunnen een spiegel zijn voor gelovigen waar we van kunnen leren. Ze kunnen ons vertellen wat wij fout doen, waar wij tekortschieten in medemenselijkheid. Als je in je eigen bubbel zit, zie je je eigen fouten niet.”
In een tijd waarin de vanzelfsprekendheid van het christelijk geloof voorbij is, komt het er niet op aan om niet-gelovigen hoogmoedig de les te lezen maar om luisterend aanwezig te zijn. Missionaire presentie vraagt om iets anders dan folders uitdelen waarin staat dat Jezus leeft. Het is de voortdurende opdracht om het verlangen van ieder mens naar liefde, naar zingeving, naar medemenselijkheid bloot te leggen.
Samuel zoekt met zijn interviews, boeken en columns steeds de dialoog met de samenleving, met iedere mens, ongeacht kleur, afkomst of levensbeschouwing. Hij doet dat vanuit de Bijbelse opdracht om muren van misverstanden en vooroordelen af te breken en elke mens recht te doen als kind van God.
Met de toekenning van de Spaanprijs aan Samuel Lee wil de jury niet alleen een begenadigd theoloog en opvallende voorganger eren die op een aansprekende wijze het Evangelie verstaanbaar maakt voor mensen van deze tijd. In deze keuze wil de jury ook aandacht vragen voor de positie van christenen met een migratieachtergrond en het belang onderstrepen van een kleurrijk, divers en inclusief kerkelijk landschap.
Mensen zoals Samuel Lee laten zien dat somberen over de kaalslag van het kerkelijke leven miskent dat in christelijk Nederland ook sprake is van bloei en groei door de komst van geloofsgenoten met een andere culturele achtergrond.
De Pinksterervaring van de eerste christenen herinnert ons eraan dat culturele diversiteit tot het diepste DNA van het christendom behoort. Laten we daarom aan de slag gaan met de nieuwe oecumene waarin de veelkleurigheid van het christendom in onze tijd als een zegen wordt begroet, gevierd en versterkt.
De jury van de Spaanprijs hoopt van harte dat Samuel Lee dát zegenrijke werk met veel energie, volharding en vreugde voortzet!
Comments